Mrs. E.H. Drummond
In 1923 registreerde Mabel Drummond haar 1e Cairn Terrier bij de Kennel Club en hij heette simpelweg Blencathra.
De Blencathra prefix werd geregistreerd in 1925 en de 1e kampioenschappen werden voor de oorlog gewonnen; Blencathra Cracksman won 2 CC’s in de 30-er jaren.
Het was echter pas ná de oorlog dat de Blencathra Kennel zijn sporen verdiende in de showring…..
De 1e Blencathra Cairn Terrier die kampioen werd was Ch. Blencathra Sandpiper in 1947 en zo verder totdat in 1971 Ch. Blencathra Barret zijn titel verdiende.
“Drummie”, zoals Mrs. Drummond liefkozend werd genoemd, showde zo de een na de andere Cairn, en maakte er niet minder dan 25 Engels Kampioen.
Als er ooit iemand een duidelijke herkenbare bloedlijn heeft opgezet dan was het Mrs. Drummond wel.
In het begin was haar fokkerij gebaseerd op de lijnen Hyver, Harvieston, Brocaire, Donnington and Twobees. Haar kennis om van deze lijnen haar onmiskenbare eigen lijn te maken was zeker een grote gave. Haar Blencathra Cairns waren beroemd over de hele wereld voor hun prachtige hoofden. Drummie zei “zonder een écht Cairn hoofd heb je geen échte Cairn, enkel maar een Cairn Terrier“.
Mr Drummond met vier Blencathras |
Ch Blencathra Buccaneer, Ch Blencathra Barry en Blencathra Derryvale Tara |
Sandpiper werd kampioen in 1947, en was de 1e Blencathra Kampioen. Hij was een zeer invloedrijke reu in het ras, vader van vijf Kampioenen.
Mrs. Moody schreef in 1952: “Sandpiper was een reu van grote betekenis en zette ongetwijfeld een belangrijk stempel op het ras, ook nog in de toekomst. Hij was vader van Kampioenen en talloze Show winnaars. Er worden veel goede verervers geboren maar weinigen laten hun sporen zo duidelijk na in een ras en het moet voor veel fokkers een groot verlies zijn geweest dat hij zo jong, slechts zeven en een half jaar oud, is gestorven”.
Mrs. Drummond verkocht zelden een Blencathra teef maar liet collega fokkers wel haar top kwaliteit reuen gebruiken. Door de jaren heen, ook al waren het honden uit diverse lijnen, vertoonden deze Cairns allemaal een onmiskenbaar zelfde type.
Dit was ”Drummie’s” grote talent, zij had er “oog” voor en was in staat om teven uit te kiezen waar mee gefokt zou worden, en dit waren niet altijd Kampioen teven.
Ch. Blencathra Redstart, lijn I, was vader van 7 Kampioenen, Ch. Blencathra Sandpiper, lijn G.B., was vader van 5 Kampioenen, evenals Blencathra Elford Badger en Blencathra Derryvale Tara, beiden van lijn DGS.
Andere Blencathra reuen die kampioenen vererfden waren Brat (4), Milord (3), Brochter (3), Reynard (2), Rudolph (2), Chataboy (2), Sandboy (1), Ruffian (1), Smiler (1), Barrie (1). Blencathra Clivegreen Timothy en Blencathra Elford Chieftain waren ook elk vader van een Kampioen.
Blencathra Pups
Ch Blencathra Barrie |
Bij Blencathra 1971 |
Een grote inbreng die tot het succes van de Blencathra Kennel leidde kwam van Mrs. Drummond’s vriendin en kennel hulp, Mary Elliot. Zij was met Drummie en alle Blencathra’s meer dan 30 jaren samen. Toegewijd en plichtsgetrouw zorgde zij liefdevol voor de pups en de andere Cairns op Carnforth.
Nestbroer en zus
Blencathra Elford Shag (1CC)
en
Ch. Blencathra Elford Lisa
Jim Pollock schrijft: “Ik ontmoette Mrs. Drummond begin 60er jaren. Ik kan me tot op de dag van vandaag herinneren hoe opgewonden ik was bij dit eerste bezoek aan wat, zo was mij gezegd en alom bekend, het Mekka van de mooiste hoofden in het ras moest zijn. Bij aankomst werd ik in een kleine zitkamer gelaten en elke muur en daarvoor geschikte andere plek werd ingenomen door schilderijen en foto’s van Cairn Terriers. Aan mijn ogen trokken generaties Blencathra hoofden voorbij.
Bewijs, voorzover bewijs al nodig was, dat Drummie haar type Cairn hoofd in het ras verankerd had.
Het dekgeld werd altijd betaald in Guineas. De extra “shilling”, zo werd uitgelegd, was voor een “sjaal voor Mary”, de vrouw op de achtergrond. Mary moet een heleboel sjaals gehad hebben! Teven werden in het huis gedekt en ik herinner me dat ik opmerkte dat Derryvale Tara wel heel graag aan de teef voorgesteld wilde worden en kreeg te horen dat hij de avond te voren was teruggekeerd van een show in Belfast en prompt nog even een rat had gevangen in de tuin!
Mr. Drummond speelde heel erg goed piano en het was de gewoonste zaak van de wereld dat een teef werd gedekt op de tonen van klassieke muziek. Ik kan me niet herinneren of dit de zaak bespoedigde of niet.
Je kunt niet zeggen dat de Blencathras altijd even goed gepresenteerd werden. Zelfs niet naar de maatstaven van die tijd. Bill McCulloch vroeg Mrs. Drummond eens of er wel kammen aanwezig waren in huize Blencathra.
Op een dag, toen hij op de eerste Joint Ch. Show keurde, zwaaide ze met een kam onder zijn neus.
Ik voelde me zeer vereerd dat ik de honden in hun rennen mocht bekijken en ik herinner mij dat ik nogal gecharmeerd was van een puppy teefje en vroeg voorzichtig of ze niet te koop was.
“Mr. Pollock, daar heeft u niet genoeg geld voor” zei ze. En ze had groot gelijk.
Als relatieve nieuweling in het ras en met respect voor de legendarische fokkers, vond ik het nogal wonderlijk zoals ze wat kleinerend sprak over “een man, niet al te ver hier vandaan”, die een paar leuke hondjes gefokt had. Terwijl als je een paar stambomen van haar honden bekeek ze niet vies was van wat “R.bloed”.
Twee geweldenaars in het ras; Walter Bradshaw en Mrs. Drummond, met een enorme rivaliteit en respect voor elkaar, hun verschillende opvattingen betreffende de Cairn komen het best tot uiting in wat zij over hun ras zeggen.
Drummie “zonder écht Cairnhoofd heb je géén échte Cairn” waarop Walter antwoordt “ Inderdaad ja, maar een Cairn loopt niet op z’n hoofd”.