Cairn Terrier – Rasstandaard

De rasstandaard in het Engels

voor Nederlands, zie onder

FCI-Standard N°4  / 12. 03. 1998 / GB

CAIRN TERRIER

ORIGIN : Great Britain.

DATE OF PUBLICATION OF THE ORIGINAL VALID STANDARD : 24.06.1987.

UTILIZATION : Terrier.

CLASSIFICATION F.C.I. :
Group  3 Terriers,
Section 2 Small-sized Terriers, Without working trial.

GENERAL APPEARANCE : Agile, alert, of workmanlike, natural appearance.  Standing well forward on forepaws.  Strong quarters.  Deep in rib, very free in movement.  Weather-resistant coat.

BEHAVIOUR / TEMPERAMENT : Should impress as being active, game and hardy.  Fearless and gay disposition ; assertive but not aggressive.

HEAD : Small, but in proportion to body.  Well furnished.

CRANIAL REGION:

Skull : Broad ; a decided indentation between the eyes.

Stop : Definite.

FACIAL REGION :

Nose : Black.

Muzzle : Powerful.

Jaws/Teeth : Teeth large. Jaw strong, but not long or heavy with perfect, regular and complete scissor bite, i.e. Upper teeth closely overlapping lower teeth and set square to the jaws.

Eyes : Wide apart, medium in size, dark hazel.  Slightly sunk with shaggy eyebrows.

Ears : Small, pointed, well carried and erect, not too closely set nor heavily coated.

NECK : Well set on, not short.

BODY :

Back : Level, medium length.

Loin : Strong, supple

Chest : Well sprung deep ribs.

TAIL : Short, balanced, well furnished with hair but not feathery.  Neither high nor low set, carried gaily but not turned down torwards back.

LIMBS

FOREQUARTERS :Forelegs medium length, good but not too heavy bone.  Covered with harsh hair.

Shoulders : Sloping.

Elbow : Never out at elbow. 

HINDQUARTERS :

Thighs : Very strong and muscular.

Stifle : With good, but not excessive bend.

Hocks : Well let down, inclining neither in nor out when viewed from the rear.

FEET : Forefeet, larger than hind, may be slightly turned out.  Pads thick and strong.  Thin, narrow or spreading feet and long nails objectionable.

GAIT / MOVEMENT :  Very free-flowing stride.  Forelegs reaching well forward.  Hindlegs giving strong propulsion.  Hocks neither too close nor too wide.

 

COAT :

HAIR : Very important.  Weather-resistant.  Must be double-coated, with profuse, harsh, but not coarse, outer coat ; undercoat short, soft and close.  Open coats objectionable.  Slight wave permissible.

COLOUR : Cream, wheaten, red, grey or nearly black.  Brindling in all these colours acceptable.  Not solid black, or white, or black and tan.  Dark points, such as ears and muzzle, very typical.

SIZE AND WEIGHT : Approximately 28-31 cm (11-12 ins) at withers, but in proportion to weight-ideally 6-7,5 kg (14-16 lbs).

FAULTS : Any departure from the foregoing points should be considered a fault and the seriousness with which the fault should be regarded should be in exact proportion to its degree and its effect upon the health and welfare of the dog.

DISQUALIFYING FAULTS :
· Aggressive or overly shy dogs.
· Any dog clearly showing physical or behavioural abnormalities shall be disqualified.

N.B:
· Male animals should have two apparently normal testicles fully descended into the scrotum.
· Only functionally and clinically healthy dogs, with breed typical conformation, should be used for breeding.

The latest amendments are in bold characters


Rasstandaard in het Nederlands

FCI-Standaard No.4/ 12.03.1998 /GB

Land van Oorsprong: Groot-Brittannië

Datum van publicatie rasstandaard: 24 juni 1987

Classificatie FCI:
Groep 3: Terriers
Sectie 2: Kortbenige Terriërs zonder werkproef

Algemeen voorkomen: Behendig, alert met de natuurlijk verschijning van een werkhond. Moet goed over de voorbenen staan. Sterke achterhand. Diepe ribben, erg vrij in gangwerk. De vacht moet weerbestendig zijn.

Gedrag/temperament: Moet een actieve, sportieve en geharde indruk maken. Ze mogen niet angstig zijn en moeten een vrolijke uitstraling hebben. Wel zelfbewust maar niet agressief.

Hoofd: Klein, maar in verhouding tot het lichaam. Goede beharing.

Schedel: Breed, met een duidelijke inzinking tussen de ogen

Stop: Uitgesproken

Neus: Zwart

Kaak/tanden: Krachtige snuit met grote tanden. Sterke kaak, maar niet lang of zwaar met perfect, regelmatig en compleet schaargebit, waarbij dus de bovensnijtanden nauw over de ondersnijtanden sluiten. De tanden staan recht in de kaak.

Ogen: Wijd uit elkaar, middelmatig van formaat, donker hazelnoot. Iets diepliggend met borstelige wenkbrauwen.

Oren: Klein, puntig, goed rechtopstaand en staand gedragen, niet te dicht bij elkaar en niet zwaar behaard.

Hals: Goed aangezet, niet kort

Rug: Recht, middelmatige lengte

Lendenen: Sterk en soepel

Borstkas: Goed gebogen diepe ribben

Staart: Kort, gebalanceerd, goed behaard maar niet bevederd. Geen hoge of lage staartaanzet, vrolijk gedragen maar niet over de rug gebogen.

Voorhand: Schuin geplaatste schouders, voorbenen van middelmatige lengte met goede, maar niet te zware bot. Bedekt met hard haar. De voorbenen mogen nooit uit de elleboog staan.

Achterhand: Zeer sterke en gespierde dijen. Een goede, maar niet overdreven kniehoeking. Spronggewrichten goed laag geplaatst. Van achteren bekeken niet naar binnen noch naar buiten draaiend.

Voeten: Voorvoeten groter dan achtervoeten. De voorvoeten mogen iets naar buiten staan. De voetkussens moeten dik en sterk zijn. Dunne, smalle voeten of spreidvoeten en lange nagels zijn verwerpelijk.

Gangwerk: Erg vrije, vloeiende pas. Voorbenen reiken goed naar voren. De achterbenen zorgen voor sterke stuwkracht. De hakken niet te dichtbij elkaar geplaatst, noch te wijd uiteen.

Vacht: Zeer belangrijk. Weerbestendig. Moet een dubbele vacht zijn met een overvloedige harde, maar niet te grove vacht. De ondervacht moet kort, zacht en dicht zijn. Een open vacht is bezwaarlijk, een licht golven is toegestaan.

Kleur: Crème, tarwekleurig, rood, grijs of bijna zwart. Gestroomd is bij al deze kleuren toegestaan. Niet effen wit of zwart of black en tan. Donkere punten, zoals oren en snuit, zijn erg typisch.

Maat en Gewicht: Schouderhoogte 28-31 cm, in verhouding tot het gewicht. Ideaal is 6-7,5 kg.

Fouten: Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet en de mate waarop deze van invloed kan zijn op het welzijn van de hond.

 

Diskwalificerende fouten: 

Agressieve of overmatig schuwe honden

Honden die lichamelijk of geestelijke afwijkingen vertonen moeten worden gediskwalificeerd

NB

Reuen moeten twee schijnbaar normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.

Enkel honden die functioneel en gezond zijn en de rastypische eigenschappen vertonen zouden voor de fok gebruikt mogen worden.

 

De laatste aanpassingen zijn in vette letters gedrukt.